St. Efrem de Syriër is een van de grootste heiligen binnen het Syrisch Christendom. Hij is tevens een van de voornaamste dichters en theologen van de vroege Kerk. Binnen de Syrisch-Orthodoxe Kerk wordt St. Efrem herdacht op de eerste zaterdag van de Veertigdagentijd.
Geboorte en vroege jaren
St. Efrem werd geboren rond het jaar 306 in Nisibis, het huidige Nusaybin in Zuidoost-Turkije. Zijn vader was christen; zijn moeder kwam uit Amid (het huidige Diyarbakir). Sommige latere bronnen beweren dat Efrem zich pas later tot het christendom bekeerde, maar in zijn eigen geschriften maakt hij duidelijk:
“Ik ben geboren op het pad der waarheid.”
In een andere tekst schrijft hij:
“Mijn Heer, van mijn jeugd tot mijn ouderdom heb ik Uw juk gedragen. Ik heb mijn taak met vreugde vervuld, zonder traagheid of luiheid.”
Als jonge man kreeg hij onderwijs van St. Jacob d-Nsibin, bisschop van Nisibis, met wie hij deelnam aan het Concilie van Nicea in 325. In het jaar 338 werd hij gewijd tot diaken (mšamšono), een ambt dat hij zijn hele leven zou behouden. Hij is nooit tot priester gewijd.
Verzet tegen ketterij
Na de dood van keizer Constantijn de Grote in 337 veroverde de Perzische koning Shapur II Nisibis. Volgens de overlevering beklom St. Efrem tijdens de belegering een toren in de stad en bad hij vurig. Zijn gebed riep een zwem insecten op die het vijandelijke leger in verwarring bracht. De Perzen sloegen hierdoor op de vlucht.
Gedurende 38 jaar gaf hij les aan het klooster in Nisibis. Na de dood van St. Jacob en de definitieve inname van de stad door de Perzen, trok hij zich terug in Amid en later in Edessa (het huidige Şanlıurfa). Daar leverde hij een belangrijke bijdrage aan de groei en reputatie van de theologische school van Edessa. Hij bestreed er krachtig de ketterijen van Arius, Marcion, Mani en Bardaisan. Opmerkelijk is dat hij de melodieën van de ketterse Bardaisan overnam om zijn eigen orthodoxe hymnen te schrijven. Deze melodieën waren reeds bekend, waardoor het volk zijn teksten gemakkelijk konden onthouden.
Dichter, theoloog en hervormer
St. Efrem schreef honderden madroše (leerdichten), hymnen en bijbelcommentaren. Hij behandelde onder meer de ondeelbare goddelijkheid en menselijkheid van Christus, het mysterie van de Kerk, de apostelen, de martelaren, de vasten, de doop van Jezus (Denho), de verrijzenis en de Mysteriën. Hoewel hij in rang slechts diaken was, werd hij binnen de Kerk geëerd als malfono (leraar). Hij kreeg de bijnaam “de harp van de Heilige Geest”, vanwege zijn vermogen om met korte, krachtige woorden diepe geestelijke inzichten over te brengen.
Een stem voor vrouwen in de eredienst
St. Efrem was ervan overtuigd dat vrouwen ook een stem moesten hebben in de liturgie. In een tijd waarin vrouwen doorgaans uitgesloten waren van deelname aan de kerkzang – vaak op basis van de schuldtoewijzing aan Eva – verdedigde St. Efrem hun plaats in de eredienst. Hij stelde dat ook Adam zondigde en dat de figuur van Maria, de moeder van Christus, de misstap van Eva volledig oversteeg. Zo kregen vrouwen dankzij St. Efrem een rol in het uitdragen van de kerkelijke leer via gezangen. Dit was uniek voor zijn tijd.
Ascetisch leven en overlijden
St. Efrem leidde een sober en ingetogen leven. Hij sliep op de grond, at eenvoudig voedsel zoals gerst en groenten, dronk alleen water en bracht vaak nachten wakend in gebed door. Hij overleed op 9 juni 373. Vlak voor zijn dood sprak hij de wens uit niet in een kerk begraven te worden:
“Ik ben onheilig en verdien het niet om op een heilige plaats te rusten. Begraaf mij dus niet binnen in de kerk, want ik ben die eer niet waard.”
Tot op de dag van vandaag klinkt zijn stem in de gezangen van de Kerk. Zijn hymnen, theologische geschriften en mystieke poëzie behoren tot het meest waardevolle erfgoed van het Syrisch christendom. St. Efrem leeft voort als de profeet van de Syriërs, de bewaarder van kennis en bovenal:
de harp van de Heilige Geest.
