Categorieën
Liturgie Mysterieën

De eucharistie

Home » Mysterieën » De eucharistie

De eucharistie is een van de heilige Mysteriën binnen de Kerk. Het is de ware aanwezigheid van het Lichaam en Bloed van Jezus in de gedaante van brood en wijn. Deze ware aanwezigheid wordt ook wel Werkelijke Tegenwoordigheid genoemd. Door de eeuwen heen heeft de Kerk dit Mysterie beschouwd als de opperste handeling van de eredienst. De eucharistie staat ook wel bekend als de heilige communie of het Lichaam en Bloed van Jezus.

Waar komt de eucharistie vandaan?

Het woord eucharistie is afgeleid uit het Grieks en betekent “dankzegging”. De eucharistie is ingesteld door Jezus zelf en gaat terug tot het Bijbelse moment genoemd in Mattheus 26, waar Jezus de avond voor Zijn lijden een avondmaal hield samen met Zijn twaalf apostelen (zie ook Markus 14: 22-24 en Lukas 22: 19-20). De volgende gebeurtenis is hierbij belangrijk:

En terwijl zij aten, nam Jezus het brood en toen Hij het gezegend had, brak Hij het en gaf het aan de discipelen en Hij zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam. Hij nam ook de drinkbeker en nadat Hij gedankt had, gaf Hij hun die, en zei: Drink allen daaruit, want dit is Mijn bloed, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden.

Mattheus 26: 26-28

De zin “dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden” is erg belangrijk. Jezus heeft dit Mysterie in de eerste plaats ingesteld om voor ons een offer op te dragen aan God. Aan het kruis bracht Jezus een bloedig offer, maar in de eucharistie brengt Hij een onzichtbaar en onbloedig offer. In het Syrisch staat dit Mysterie daarom ook bekend als qurbono (ܩܘܪܒܢܐ). In de tweede plaats voor de genade en vergeving van de zonden en voor het eeuwige leven (zie Joh. 6 en het kopje hieronder). In Lukas 22 geeft Jezus de opdracht om deze handelingen tot Zijn gedachtenis te doen (“Doe dat tot Mijn gedachtenis”). De bijbel leert ons dat de eerste christenen deze handelingen ook verrichtten (Handelingen 2:42 en 1 Kor. 11: 20-24). De apostelen hebben dit Mysterie hiermee overgeleverd aan hun volgelingen, de bisschoppen en de priesters.

Wat bedoelen we met Werkelijke Tegenwoordigheid?

Zoals in de inleiding aangegeven betekent Werkelijke Tegenwoordigheid de ware aanwezigheid van het Lichaam en Bloed van Jezus in de gedaante van brood en wijn. Tijdens de Goddelijke Liturgie verandert brood en wijn door gebeden en de Heilige Geest op een wonderbaarlijke wijze in het Lichaam en Bloed van Jezus.

Sommige christelijke gemeenschappen geloven dat er geen daadwerkelijke verandering is en dat het Lichaam en Bloed van Jezus slechts symbolisch is voor brood en wijn. De smaak, de vorm en de kleur van brood en wijn is na verandering namelijk nog steeds hetzelfde. De Orthodoxe Kerk gelooft daarentegen dat er een echte aanwezigheid is van het Lichaam en Bloed van Jezus. Zoals we in Mattheus kunnen lezen zegt Jezus namelijk: “Dit is Mijn Lichaam” en “Dit is Mijn Bloed“. Jezus geeft hierbij niet aan dat brood en wijn slechts symbool staan voor Zijn Lichaam en Bloed. Jezus geeft verder ook elders in de Bijbel aan dat Hij het levende Brood is:

Ik ben het Brood des levens.

Uw vaderen hebben het manna gegeten in de woestijn en zij zijn gestorven. Dit is het brood dat uit de hemel neerdaalt, opdat de mens daarvan eet en niet sterft.

Ik ben het levende brood, dat uit de hemel neergedaald is; als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid. En het brood dat Ik geven zal, is Mijn vlees, dat Ik geven zal voor het leven van de wereld.

De Joden dan redetwistten met elkaar en zeiden: Hoe kan Hij ons Zijn vlees te eten geven?

Jezus dan zei tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als u het vlees van de Zoon des mensen niet eet en Zijn bloed niet drinkt, hebt u geen leven in uzelf. Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven, en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. Want Mijn vlees is het ware voedsel en Mijn bloed is de ware drank. Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem.

Johannes 6: 48-56

Wij beschouwen het geheiligde brood en de geheiligde wijn dan ook als het werkelijke Lichaam en Bloed van Jezus.

Wie mag de eucharistie ontvangen?

In het artikel ‘Wat is de doop?‘ leggen we uit dat alle gelovigen eerst gedoopt moeten zijn, voordat zij de andere Mysteriën mogen ontvangen. Dit betekent dat alleen gedoopte gelovigen de eucharistie mogen ontvangen. Direct na de doop wordt de eucharistie voor het eerst toegediend door een priester of een (aarts)bisschop. Zij zijn de enigen die dit Mysterie mogen toedienen. Een diaken mag de priester wel ondersteunen bij de toediening van dit Mysterie.

Voordat een (volwassen) gelovige de Eucharistie mag ontvangen, moet hij zich voorbereiden. Zo moet iemand eerst zijn zonden belijden door te biechten en daarover berouw hebben. Een gelovige moet tevens begrijpen wat dit Mysterie inhoudt, wat de waarde hiervan is en dit Mysterie in ere houden door de eucharistie in hoop, geloof en liefde te ontvangen. Daarnaast ontvangt de gelovige de eucharistie op een nuchtere maag; vanaf middernacht voorafgaand het ontvangen van de eucharistie mag men niet eten.

Is biechten voor het ontvangen van de Eucharistie verplicht?

Ja, biechten en berouw hebben van de zonden vóór het ontvangen van de eucharistie is verplicht en het is erg belangrijk dat gelovigen zich hieraan houden. Het Lichaam en Bloed van Jezus is immers heilig en wij moeten op een waardige wijze deelnemen aan de eucharistie. De apostel Paulus schrijft namelijk:

Daarom, wie op onwaardige wijze dit brood eet of de drinkbeker van de Heere drinkt, is schuldig aan het lichaam en bloed van de Heere. Maar laat ieder mens zichzelf beproeven en laat hij zó eten van het brood en drinken uit de drinkbeker. Want wie op onwaardige wijze eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelf een oordeel, omdat hij het lichaam van de Heere niet onderscheidt.

1 Korintiërs 11: 27-29

Vanuit onszelf zijn wij onwaardig om het Lichaam en Bloed van Jezus te ontvangen, maar dankzij Gods genade worden wij wél waardig. Voorwaarde is dus wel het diepe besef van onze zonden, dat wij hierover berouw hebben en dat wij biechten.