Dan zal de Koning zeggen tegen hen die aan Zijn rechterhand zijn: Kom, gezegenden van Mijn Vader, beërf het Koninkrijk dat voor u bestemd is vanaf de grondlegging van de wereld… Dan zal Hij ook zeggen tegen hen die aan de linkerhand zijn: Ga weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bestemd is… En dezen zullen gaan in de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven.
Mattheus 25:34, 41 en 46
Wij geven ons apostolische zegen en groeten aan onze broeders, Zijne Zaligheid Mor Baselius Thomas I, Katholikos van India, en Hunne Eminenties de metropolieten; onze spirituele kinderen, de eerwaardige priesters, monniken, nonnen, diakenen, diakonessen, en onze gezegende Syrisch-orthodoxe gemeenschap over de gehele wereld. Moge de goddelijke zorg ons allen behelzen op voorspraak van de Maagd Maria, de Moeder Gods, en St. Petrus, als hoofd van de apostelen, en de rest van de martelaren en heiligen. Amen.
Het heilige Evangelie onthult een deel van wat er zal gebeuren in de hemel op de verschrikkelijke Dag des Oordeels, wanneer de tijd komt en de algemene opstanding werkelijkheid wordt. Goddelijke openbaring toont een helder beeld waar we de rechtvaardige rechter zullen zien, omringd door alle volken van de wereld verdeeld in twee categorieën; de categorie van de rechtvaardigen die rechts van de Rechter hebben gestaan en de categorie van de slechten, die hebben gestaan aan Zijn linkerhand. Elke categorie bevat mensen die bij verschillende rassen en stammen, talen en beschavingen horen. Zij omvatten de rijken en de armen, de groten en de eenvoudigen, wijzen en onwetenden, mannen en vrouwen; maar wat de twee categorieën van elkaar onderscheidt is de kant waar zij staan bij de rechtvaardige Rechter. De kant waar zij staan, wordt bepaald op basis van hun positie ten opzichte van de Rechter tijdens het aardse leven. Volgens de heilige Bijbel is de rechterkant een ereplaats van gelukzaligheid terwijl de linkerkant een plaats van vernedering en ellende betekent.
De Rechter is de Heer Jezus die ons deze waarheid verkondigd en zegt: “De Vader zelf velt over niemand een oordeel, maar hij heeft het oordeel geheel aan de Zoon toevertrouwd.” (Johannes 5:22) en de apostel Petrus zegt: “Hij (de Heer) heeft hen opgedragen” (Handelingen 10:46) terwijl de apostel Paulus hieraan toevoegt: “Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus verschijnen, zodat ieder van ons krijgt wat hij verdient voor wat hij in zijn leven heeft gedaan, of het nu goed is of slecht.” (2 Korinthiërs 5).
In de geloofsbelijdenis van Nicea, lezen we over de Heer Jezus, dat hoewel Hij in essentie gelijk is aan de vader en nadat Hij incarneerde van de Heilige Geest en de Maagd Maria en mens werd, Hij gekruisigd werd omwille van ons, Hij geleden heeft, Hij gestorven en begraven is en is opgestaan op de derde dag, zoals Hij dat heeft gewild; en dan verder: “Hij is opgenomen in de hemel en nam plaats aan de rechterhand van de Vader en zal ook terugkomen met grote heerlijkheid om de levenden en de doden te oordelen, Hij wiens heerschappij geen einde heeft”.
Op die verschrikkelijke dag waarop de Heere Jezus zal komen om de levenden en de doden te oordelen, zal de hemel en de aarde verdwijnen omdat er geschreven staat; “al vervliegt de hemel als rook, al valt de aarde uiteen als een oud gewaad en sterven haar bewoners als muggen, de redding die ik breng, zal voor altijd blijven en mijn recht zal geen einde hebben.” (Jesaja 51:6) “Ik verzeker u: er komt een tijd, en het is nu al zover, dat de doden de stem van Gods Zoon zullen horen en dat wie hem horen, zullen leven.” (Johannes 5:25). De vrome levenden zullen opgenomen worden samen met Christus in de hemel na de omvorming van hun lichamelijke gedaantes in spirituele.
Inderdaad, God Almachtig heeft een dag bepaald waarop hij de wereld zal veroordelen in rechtvaardigheid (Handelingen 17:31). Op die dag zullen alle menselijke mysteries onthuld worden. Hij zal iedereen oordelen naar zijn daden, gedaan in dit aardse leven. In dit verband, zegt de apostel Paulus: “Maar u bent evenmin te verontschuldigen… Doordat u zo hardleers bent en niet tot inkeer wilt komen, maakt u dat de straf waartoe God u veroordeelt op de dag dat hij zijn rechtvaardig vonnis uitspreekt en uitvoert, alleen maar zwaarder wordt. God beloont ieder mens kunnen naar zijn daden.” (Romeinen 2: 1, 5 en 6). De mens werd geschapen door God naar Zijn gelijkenis en voorbeeld en kreeg de genade van een rationele geest die hem in staat stelt om het goede van het kwade te onderscheiden. God schiep hem met een onsterfelijke ziel die niet sterft of vergaat. De Almachtige heeft hem ook gezegend met een vrije wil en gaf hem de keuze goed of kwaad te kunnen doen. Indien de mens ervoor kiest om goed te doen, zal Hij hem met het eeuwige leven belonen, maar als hij kwaad doet, zal Hij hem met eeuwige kwelling straffen. Zo kan de mens zijn eeuwige bestemming met behulp van zijn vrijheid zelf bepalen. Hij die verlangt naar het eeuwige leven, een gelukkig leven in de hemel, laat hem dan de geboden van de Heere behouden. Wanneer een voorname jongeman de Heere Jezus benaderde en voor Hem knielde vroeg hij Hem, zoals geschreven staat: ‘Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven?’ Hij antwoordde: ‘Waarom vraag je me naar het goede? Er is er maar één die goed is. Als je het leven wilt binnengaan, houd je dan aan zijn geboden.’ ‘Welke?’ vroeg hij. ‘Deze,’ antwoordde Jezus, ‘pleeg geen moord, pleeg geen overspel, steel niet, leg geen vals getuigenis af, toon eerbied voor uw vader en Moeder, en ook: heb uw naaste lief als uzelf.’ (Mattheüs 19:16-19).
Zij die de geboden van de Heer behouden zijn de goede en rechtvaardige wijze mannen die bekend staan om hun zuivere levens en de helderheid van hun geweten, zoals de priester Zacharia en zijn vrouw Elizabeth, ouders van Johannes de Doper, die de heilige evangelie beschrijft als “beiden waren vrome en gelovige mensen, die zich strikt aan alle geboden en wetten van de Heer hielden.” (Lukas 1:6). De bepalingen van de Heer zijn Zijn heilige geboden zoals de vasten, het gebed en daden van barmhartigheid. Onze Moeder de heilige Kerk leert ons dit allemaal wanneer wij gedoopt worden als kinderen van God door Zijn genade en broeders van de Heere Jezus.
De Kerk adviseert ons de Heer Jezus als onze begeleider te accepteren in het pad van ons aardse leven, om het waardig te zijn samen met Hem het hemelse Koninkrijk, en dus het eeuwige gelukkige leven te erven (vgl. Romeinen 6:23). Dit is in lijn met Zijn Heilige belofte: “Wanneer ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug. Dan zal ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben.” (Johannes 14:3). Daar, in de hemel, zullen de rechtvaardigen, ongekende heerlijkheid kennen. “Het is zoals geschreven staat: ‘Wat het oog niet heeft gezien en het oor niet heeft gehoord, wat in geen mensenhart is opgekomen, dat heeft God bestemd voor wie hem liefheeft.’ God heeft ons dit geopenbaard door de Geest, want de Geest doorgrondt alles, ook de diepten van God.” (1 Korintiërs 2:9-10). Daar zal iedere rechtvaardige een eervolle kroon ontvangen die de Heere God, de Rechtvaardige Rechter, hem zal geven. (vgl. 2 Timotheüs 1:4). Want hij verdient het onbezoedelde en onvergankelijke erfdeel die niet uitdooft maar gereserveerd is (voor de rechtvaardigen) in de hemelen (vgl. 1 Petrus 1:4). De rechtvaardigen zullen verzadigd worden met gelukzaligheid en eeuwige troost en in de vreugde van hun Meester treden (vgl. Mattheüs 25:2).
De slechte mensen, aan de andere kant, zullen eeuwig worden gemarteld in hel, wat een plek is vol verschikking en bedoeld is voor de duivel en zijn soldaten. “Hun kwelling stijgt op tot in alle eeuwigheid en zullen overdag als in de nacht geen rust hebben.”(Openbaring 14:9-16); “daar zullen ze jammeren en knarsetanden.” (Mattheüs 13:42). “In de uiterste duisternis” (Mattheüs 22:13).
Vandaar, waar het eeuwige leven door te brengen? Is deze vraag in uw gedachten opgekomen, geliefde gelovige?! Of houden de zorgen van dit aardse leven u te veel bezig om uw eeuwige lot na te gaan?! De mensen in de tijd van Noach hebben hun oren gesloten voor zijn waarschuwingen om berouw te tonen, wanneer hij hen waarschuwde dat de vloed onvermijdelijk is. Maar zij geloofden hem niet: “En zoals men niet wist dat de vloed zou komen, totdat die kwam en iedereen wegnam” (Mattheüs 24:39). Allen waren uitgestorven, behalve Noach en zijn gezin. De mensen in de tijd van Lot hebben ook niet geluisterd naar zijn waarschuwing en waarna God besloot Sodom te verbranden; de mensen waren eerder in de veronderstelling dat ze bedrogen werden door Lot. Desondanks heeft dit de verwoesting van de stad en haar bevolking niet verhinderd, behalve voor Lot, zijn vrouw en twee dochters die de stad hebben verlaten. Toen zijn vrouw echter haar hoofd draaide om achter zich te kijken, veranderde zij in een zoutpilaar.
Goddelijke waarheden over de eeuwigheid zijn consistent en helder, ondanks de beproevingen van de verdwaalden en de misleiders van deze tijd die tegen religie zijn en twijfel proberen te zaaien tussen gelovigen door de doctrines te verstoren van het geloof en door slechte ideeën en kwaadaardige valkuilen te verspreiden; “Wee degene die daarvoor verantwoordelijk is!” (Lukas 17:1). Laten we daarom voorzichtig zijn bij het maken van vriendschappen met kwade mensen, want de apostel Paulus leert ons: “Maar vergis u niet: slecht gezelschap bederft goede zeden.” (1 Korintiërs 15:33). Laten we oppassen voor de verdwaalde leer en valstrikken van atheïsten; laat ons geleid worden door het licht van het heilige evangelie en de leer van onze voorvaderen om twijfel te verdrijven en achterdocht te verwijderen. Dan zullen de waarheden onthuld worden en zal de Kerk gezuiverd worden van alle struikelblokken en ongerechtigheden, samen met de boosdoeners die ernaar verlangen de trouwe gelovigen van de rijke en zuivere bronnen van het geloof te onthouden. Laten we wegblijven van zulke kwaadaardigen en hypocrieten, door ons te houden aan de geboden van de apostel Paulus die ons zegt: “Verwijder wie kwaad doet uit uw midden.” (1 Korintiërs 5:13).
Jazeker, een van de meest belangrijke christelijke doctrines is de doctrine van de tweede komst van de Heer Jezus naar deze aarde om de wereld te veroordelen. Wat dit betreft leert de Heer Jezus ons: “Wees dus waakzaam, want jullie weten niet op welke dag jullie Heere komt. Besef wel: als de Heere des huizes had geweten in welk deel van de nacht de dief zou komen, dan zou hij wakker gebleven zijn en niet in zijn huis hebben laten inbreken. Daarom moeten ook jullie klaarstaan, want de Mensenzoon komt op een tijdstip waarop je het niet verwacht.” (Mattheüs 24:42-44). De waarheid van Zijn tweede komst is een constante doctrine van het geloof; de Heer heeft ons al gewaarschuwd ons klaar te maken Hem te ontmoeten; dus in geestelijke waakzaamheid en ware berouw. Als we denken dat de Heer vertraagd is in Zijn komst, weet dan dat de dood niet op zich laat wachten. Hierbij herinnert de apostel Paulus ons van het feit dat de dood normaal is voor allen en niemand zijn geldigheid betwijfeld, zeggende: “Eens moeten mensen sterven en daarna volgt het oordeel.” (Hebreeën 9:27). God heeft het uur van zijn dood verborgen gehouden voor de mens, zodat de mens altijd in een staat van genade zou verkeren, dus met een berouwvol hart die de tweede komst van de Heere afwacht.
Zelden ontvangt de mens een gouden kans om in het laatste uur van het leven berouw te kunnen tonen, zoals de dief die gekruisigd was naast onze Heer Jezus, toen hij berouw toonde en vroeg: “Jezus, denk aan mij wanneer u in uw koninkrijk komt.” En de Heere antwoordde: ‘Ik verzeker je: nog vandaag zal je met mij in het paradijs zijn.” Zolang we het uur van ons dood en de manier waarop het zal gebeuren niet weten en aangezien we op ieder moment heen kunnen gaan, moeten we ons zo snel mogelijk berouwen om een gelukkige eeuwigheid te verdienen wanneer we eenmaal vertrekken uit dit leven.
Het is niet wijs om zo een belangrijke kwestie te negeren daar onze eeuwige redding er van afhangt. De Heer accepteert ons inkeer en berouw zodra we weer naar Hem terugkeren met oprechte tranen van berouw en verdriet, wanneer we beloven dat we de dood meer dan de zonde accepteren bij het belijden van onze zonden middels de canonieke biecht. Laat ons dus onmiddellijk optreden voordat het te laat is en zolang er nu nog de mogelijkheid bestaat, nu we nog in goede geestelijke gezondheidstoestand verkeren, met volledige bewustzijn en een vrije wil, zodat onze oprechte berouw geaccepteerd wordt. In dit opzicht, luister naar wat apostel Paulus zegt en herhaald wat de Psalmen (95:7) ons leren: “Wanneer er gezegd wordt: ‘Horen jullie vandaag zijn stem, wees dan niet koppig, als tijdens de opstand” (Hebreeën 3:15) en hij voegt hieraan toe: “Zie er dus op toe, broeders en zusters, dat niemand van u door een kwaadwillig, ongelovig hart afvallig wordt van de levende God, maar wijs elkaar terecht, elke dag dat dit ‘vandaag’ nog geldt, zodat niemand van u halsstarrig wordt omdat hij door zonde verleid werd. Want alleen als we tot het einde toe resoluut vasthouden aan ons aanvankelijk vertrouwen, blijven we deelgenoten van Christus.” (Hebreeën 3:12-14). Het aantal levensjaren van de mens is slechts een geringe en sombere periode ten opzichte van het eeuwige leven en de eeuwigheid. Eeuwigheid is in het bijzonder van God alleen, waar een ander in principe geen deelname aan heeft; eeuwigheid is de mens echter wel geschonken om het met God te delen op een relatieve manier. We weten dat God een pure en eeuwige Geest is die geen grenzen kent, terwijl de mens als lichaam geschapen is door God van het stof van de aarde, waar Hij het leven in zijn neusgaten geblazen heeft en dus leven heeft gegeven en de gunst van onsterfelijkheid en de vrije wil om zijn eeuwige lot te beslissen!
Waar het eeuwige leven door te brengen? Met Christus in het hemelse koninkrijk? Of met Satan en zijn leger – God behoede – in hel en wat een lot zal dat zijn?!
De Veertigdagentijd, geliefden, is een gouden kans die ons is aangeboden door onze Moeder de Heilige Kerk om te grijpen en terug te keren naar God in berouw. De Kerk vraagt ons de Heere Jezus te gehoorzamen: “De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij: kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws.” (Markus 1:15).
Moge onze Heere God u waardig maken om toegerekend te worden tot diegenen die aan de rechterkant staan op de Dag des Oordeels en zij die de stem van de Heer zullen aanhoren, wanneer Hij zegt: “Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is.” Moge de Almachtige Heere uw vasten, gebeden en aalmoezen aanvaarden. De genade van God zij met u. ܘܐܒܘܢ ܕܒܫܡܝܐ ܘܫܪܟܐ
Uitgegeven door het Patriarchaal in Damascus – Syrië
Op de Vijfentwintigste van januari tweeduizendveertien
Hetgeen het vierendertigste jaar is van ons Patriarchaat