Het orthodox christendom en iconen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De iconografie gaat gepaard met spiritualiteit en een rijke theologie. Iconen representeren de bijbelse waarheid door deze af te beelden. Het gebruik van iconen wordt niet in alle christelijke gemeenschappen geaccepteerd. Zij baseren zich op de Tien Geboden. Het gebruik van iconen is echter gebaseerd op de bijbel en binnen de Syrisch-orthodoxe kerk hebben iconen tevens al sinds het begin van het christendom een belangrijke rol. Hoe zit het precies met het gebruik en het eren van iconen?
Wat is een icoon?
Een icoon is een afbeelding van Jezus, de Moeder Gods, een of meerdere apostelen en/of de heiligen. Het woord icoon is afgeleid uit het Griekse εἰκών (eikoon), wat ‘beeld’ of ’tekening’ betekent. In het Syrisch wordt een icoon ook wel aangeduid als ܨܘܪܬܐ (sourto) of ܝܘܩܢܐ (youqno).
Om de bron van het woord te begrijpen, gaan we terug naar de schepping van de mens en de wereld. In Genesis lezen wij het volgende:
En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis
Genesis 1:26
God heeft de mens gemaakt naar Zijn beeld. De Griekse vertaling van het Oude Testament gebruikt het woord εἰκόνα (eikona) om het woord ‘beeld’ te vertalen. De mens (Adam) kan daarom gezien worden als het allereerste gebruik van een icoon.
Jezus, het vleesgeworden Woord van God, is hét beeld (icoon) van God. In Kolossenzen schrijft de apostel Paulus namelijk:
Hij is het Beeld van de onzichtbare God, de Eerstgeborene van heel de schepping.
Kolossenzen 1:15
Zoals God de mens schept als zichtbare expressie van Zijn beeld, zo gaat ook de Kerk door in deze traditie van het uitdrukken en openbaren van God door middel van de iconografie.
En de Tien Geboden dan? Is het maken en eren van iconen geen afgoderij?
Kerkgemeenschappen die tegen het eren en gebruik van iconen zijn, verwijzen vaak naar de Tien Geboden, specifiek de volgende tekst in Exodus:
U zult voor uzelf geen beeld maken, geen enkele afbeelding van wat boven in de hemel, of beneden op de aarde of in het water onder de aarde is.
Exodus 20:4
Dit vers wordt veelal uit zijn verband gehaald en verkeerd begrepen. Waneer we de verzen ervoor en erna erbij halen, dan krijgen we een beter beeld van de daadwerkelijke betekenis:
Toen sprak God al deze woorden: Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, geleid heeft. U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. U zult voor uzelf geen beeld maken, geen enkele afbeelding van wat boven in de hemel, of beneden op de aarde of in het water onder de aarde is. U zult zich daarvoor niet neerbuigen, en die niet dienen, want Ik, de HEERE, uw God, ben een na-ijverig God, Die de misdaad van de vaderen vergeldt aan de kinderen, aan het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten,
Exodus 20:1-5
Wanneer wij de tekst dus in de juiste context lezen, dan zien we dat het niet zozeer draait om het maken van beelden, maar om het feit dat God niet wilt dat we anderen dan Hem zelf aanbidden.
Wat dit vers ons in feite vertelt is dat we zelf geen beelden mogen maken om die vervolgens te aanbidden. God is immers de enige die aanbeden mag worden. De Tien Geboden kwamen in een tijd waarin de Joden een zelfgemaakte gouden kalf gingen aanbidden. Iconen, of de daarop afgebeelde heiligen, aanbidden wij echter niet maar eren wij. Dat is niet hetzelfde als aanbidden.
Hoezo gaat Exodus niet om het maken van beelden in z’n algemeenheid? ‘U zult geen beeld maken’ is toch duidelijk?
God zelf heeft de mens meermalen opdracht gegeven om beelden te maken. Zo lezen wij in hetzelfde boek van Exodus dat God opdracht geeft om cherubijnen (engelen) te maken voor de ark van het verbond (diezelfde Tien Geboden waar we het hierboven over hebben!):
Vervolgens moet u twee cherubs van goud maken, als gedreven werk moet u ze maken, aan de beide uiteinden van het verzoendeksel. Maak één cherub aan het uiteinde aan de ene kant, en één cherub aan het uiteinde aan de andere kant; als één geheel met het verzoendeksel moet u de cherubs maken, aan de beide uiteinden ervan. De cherubs moeten hun beide vleugels naar boven uitgespreid houden, terwijl ze met hun vleugels het verzoendeksel bedekken en hun gezichten naar elkaar toe gericht zijn; de gezichten van de cherubs moeten naar het verzoendeksel gericht zijn.
Exodus 25:18
En nogmaals in Exodus 36:
Zo maakte ieder die wijs van hart was onder hen die het werk verrichtten, de tabernakel van tien tentkleden, van dubbeldraads fijn linnen en blauwpurperen, roodpurperen en scharlakenrode wol. Met cherubs erop, werk van een kunstenaar, maakte men ze.
Exodus 36:8
Ook maakte hij twee cherubs van goud; als gedreven werk maakte hij ze uit de beide uiteinden van het verzoendeksel, één cherub uit het uiteinde aan de ene kant, en één cherub uit het uiteinde aan de andere kant. Uit het verzoendeksel maakte hij de cherubs, uit de beide uiteinden ervan. En de cherubs hielden hun beide vleugels naar boven uitgespreid, terwijl ze met hun vleugels het verzoendeksel bedekten. Hun gezichten waren naar elkaar toe gericht; de gezichten van de cherubs waren naar het verzoendeksel gericht.
Exodus 37:7-9
Als Gods gebod in de Tien Geboden daadwerkelijk gericht was op het verbieden van álle beelden, dan is het moeilijk uit te leggen waarom God specifieke instructies geeft aan mensen om beeltenissen te maken in de tabernakel. Sterker nog, God geeft zelfs de mens talenten en gaven om de beelden te maken zoals Hij dat wilt. Het maken van beelden/iconen is daarmee niet onbijbels. De bijbel laat ons wel zien dat beelden/iconen niet mogen worden aanbeden.
De geschiedenis van iconen binnen de Syrisch-orthodoxe kerk
In het jaar 132 voor Christus ontstond het koninkrijk Osroene, waar de Syrische taal de officiële taal was. De hoofdstad Edessa (het huidige Urfa in Turkije) was een zeer belangrijke stad voor het Syrisch christendom. Het koninkrijk bleef bestaan tot het jaar 244 na Christus, waarna het Romeinse Rijk Osroene uiteindelijk veroverde. Abgar V van Osroene was koning van het koninkrijk tussen 13 en 50 na Christus en maakte van Osroene officieel het eerste christelijke land.
Het eerste gebruik van iconen gaat terug tot Edessa en de tijd van Abgar. Abgar leed aan een huidziekte. Hij schreef tot Jezus om hem te genezen. De apostel Judas Thaddeüs bracht vanuit Jeruzalem een kleed waarop het gezicht van Christus als afbeelding op te zien was. Bij het zien van het gezicht van Jezus, werd de invalide Abgar genezen. Het kleed staat tegenwoordig bekend als het Kleed van Edessa of Mandylion (afgeleid van het Syrische ܡܢܕܝܠܐ (mandilo), wat ‘doek’ of ‘kleed’ betekent).

Het Kleed van Edessa kan beschouwd worden als een van de eerste iconen binnen het christendom zoals we die tegenwoordig kennen. Rond het jaar 700 maakte Athanasius bar Goumaye een kopie van het beeld van Christus wat aan Abgar werd verzonden. Het origineel bleef in een baptisterium in Edessa. De baptisterium werd gebouwd om het Kleed en het daarop afgebeelde gezicht van Jezus te eren, totdat het Kleed in het jaar 944 verplaatst werd naar Constantinopel.
Kerkvaders en iconen
Veel kerkvaders schrijven in hun gedichten en liederen over het gebruik van iconen. De belangrijkste heilige kerkvader binnen de Syrisch-orthodoxe Kerk, St. Efrem de Syriër († 373) schreef in een van zijn gedichten dat “de afbeeldingen van onze Koning Christus in zijn kerken zijn“.
Johannes Chrysostomus († 407) schreef over St. Meletius, patriarch van Antiochië († 381), dat de liefde van de Antiocheense gemeenschap voor Meletius hen ertoe had geleid om afbeeldingen van hem te schilderen op de muren van hun huizen. Dat deden zij om zegeningen te ontvangen.
St. Jacob van Sarug († 521) zingt over de wagen van Ezechiël die hij op de muren van de kerk van Batnan Sarug geschilderd zag.
St. Mushe bar Kifo († 903) schrijft dat als heidenen christenen zouden bekritiseren omdat zij een geschilderd beeld (=icoon) vereren, wij moeten reageren dat God de mens naar Zijn beeld en gelijkenis schiep.
Rabbula Evangelie
Het Rabbula Evangelie is een manuscript van de vier evangeliën uit het jaar 586. Het manuscript bevat de Syrische Peshitta en is uniek omdat het wordt beschouwd als een van de eerste christelijke manuscripten voorzien van iconen. Deze iconen zijn nog goed bewaard gebleven. Het manuscript heeft een prominente plaats binnen de kunsthistorie en er wordt ook vaak naar verwezen.
Wat leren wij hieruit?
Samenvattend kunnen we concluderen dat het gebruik van iconen binnen de kerk op geen enkele manier onbijbels is. God alleen mag worden aanbeden. Het aanbidden van iconen is verboden, maar daar is dan ook geen sprake van. Het gebruik van iconen heeft een bijbelse oorsprong en het gebruik daarvan zien we terug in de begintijden van het christendom. De kerkvaders hebben het gebruik van iconen verdedigd en de Kerk heeft deze overlevering dan ook in stand gehouden.